László Surján, Herman van Rompuy, Bharti Tailor, voorzitster van het Hindoe Forum van Europa (HFE) en secretaris-generaal van het Hindoe Forum van Groot-Brittannië, en José Manuel Barroso (van links naar rechts)

“Sommige geloofsovertuigingen zijn gelijker dan andere [… ] waardoor een ongelijke samenleving en burger ontstaat,” zei Bharti Tailor van het Hindoe Forum van Europa vorige week op de bijeenkomst van religieuze leiders op hoog niveau van de EU-Commissie, onder wie “inheemse mensen die het hindoeïsme aanhangen [die] als 2e klasse worden behandeld.”

18 vooraanstaande religieuze leiders uit heel Europa kwamen 30 mei bijeen om het jaarlijkse EU-thema “burgerschap” te bespreken. De bijeenkomst werd georganiseerd door de voorzitter van de EU-Commissie, Jose Manuel Barroso, voorzitter Van Rompuy en vice-voorzitter Laszlo Surjan, en georganiseerd door het Bureau van Europese beleidsadviseurs (BEPA) onder leiding van Katharina von Schnurbein.

EU-Commissievoorzitter Jose Manuel Barroso zei dat veel van de facetten van de EU-gemeenschap worden verzorgd door de religieuze gemeenschappen. Religieuze organisaties zijn cruciale gemeenschappen van het culturele landschap van de EU en de EU doet haar best om dit feit onder de aandacht te brengen door middel van een open dialoog met de belangrijkste religieuze leiders van Europa.

“Religieuze leiders moeten bijdragen aan het debat over de toekomst van Europa” was de kop van het persbericht. Ondanks het ontbreken van het Hindoeïsme als officieel erkende godsdienst in België, heeft de voorzitter van de EU-Commissie er een punt van gemaakt om de voorzitter van het Hindoe Forum van Europa (HFE), Bharti Tailor (UK), en haar gast Mahaprabhu das, secretaries van het HFE, opnieuw uit te nodigen.

Bharti was duidelijk zichtbaar op de zeer belangrijke groepsfoto, vooraan en in het midden. Bharti had er specifiek om gevraagd vooraan te staan; vanwege haar 1,5 meter lange gestalte was ze vorig jaar verborgen op de achterste rij van de foto.

Bharti was ook duidelijk in het afleggen van een verklaring over de ongelijkheid van het hindoeïsme in Europa namens de Europese hindoegemeenschappen, inclusief hun gevoelens van ongelijkheid en het niet formeel erkend worden in de samenleving.

“Vertrouwen zal niet gemakkelijk tot stand komen vanuit de groepen die in de eerste plaats niet betrokken zijn of niet als gelijkwaardig worden gezien,” zei ze, “door hen die vinden dat de staat de historische ongelijkheid die op grond van godsdienst bestaat, niet heeft veranderd, niet wil veranderen en dat ook niet wil, zelfs niet in het licht van de wetgeving inzake gelijkheid.”

Hoe het ook zij met de ongelijkheid van het Hindoeïsme in de EU, allen waren verheugd over het evenement. De voorzitter van de EU-Commissie en de vice-voorzitter van het Europees Parlement, samen met Herman Van Rompuy, de voorzitter van de EU-Raad, ontvingen een Ramayana-boek (BBT Press) cadeau van Bharti en Mahaprabhu. Dit specifieke Ramayana boek is de eerste grootschalige, digitale kunstuitvoering, gemaakt door het Italiaanse ISKCON lid Parama. Parama’s unieke genre van klassieke en moderne kunst brengt het oude verhaal van het Hindoeïsme tot leven op een frisse manier die Barroso, Surjan en Van Rompuy zeker zullen opmerken.

De HFE-organisatie, die nu voor het zevende jaar actief is, wordt de spreekbuis van de hindoegemeenschappen in heel Europa, zoals haar missie beoogde. Vorig jaar hield de HFE in het EU-Parlement een conferentie over “De bijdrage van hindoes en het hindoeïsme aan Europa”. Dit jaar plant het HFE een conferentie over een gevoelig maar belangrijk onderwerp: “Is het dragen van geloofsartikelen een reële bedreiging voor Europa?”

De bijeenkomst van religieuze leiders werd in de jaren negentig door een voormalig EU-commissaris in het leven geroepen als “een open gedachtewisseling over pertinent EU-beleid”. “Helaas zijn er veel andere delen van de wereld waar een dergelijke bijeenkomst niet mogelijk zou zijn, en ik wil dat punt onderstrepen”, aldus voorzitter Barroso.

Hoewel het een goed onderwerp is om te bespreken, kunnen sommigen zich afvragen of zo’n vage verklaring in een democratische samenleving als de EU, die te kampen heeft met religieuze intolerantie, wel inhoudelijk genoeg is voor zo’n potentieel instrumentele bijeenkomst.