Hindoeïsme
Hindoeïsme


Het hindoeïsme is de grootste godsdienst in Azië en de op twee na grootste ter wereld, gemeten naar het aantal aanhangers. Er zijn verschillende bronnen voor de bevolkingscijfers van de Hindoes1. De consensusschatting van de huidige wereldbevolking van Hindoes is ongeveer 885 miljoen.
* De Central Intelligence Agency (CIA) schat het percentage Hindoes in de wereld op ongeveer 13,26 op een totale wereldbevolking van 6.677.563.921 (raming juli 2008). Encyclopaedia Brittanica schatte het aandeel van Hindoes in de wereld op 13,33 procent in 2005. Volgens het tijdschrift Foreign Policy van de Carnegie Endowment for International Peace zou de wereldbevolking van Hindoes in mei 2007 870 miljoen bedragen, en jaarlijks met ongeveer 1,52 procent toenemen.

Het Hindoeïsme is minstens 4000 jaar oud. In tegenstelling tot de meeste andere godsdiensten heeft het Hindoeïsme geen enkele stichter, geen centrale autoriteit of een algemeen aanvaarde reeks leerstellingen.
De gemeenschappelijke noemer van alle tradities binnen het Hindoeïsme is de aanvaarding van de Veda's als geopenbaarde geschriften. Volgens het Hooggerechtshof van India werd het Hindoeïsme in 1966 juridisch in de eerste plaats gedefinieerd als "Aanvaarding van de Veda's met eerbied als de hoogste autoriteit in religieuze en filosofische zaken". (Het boeddhisme en het jainisme zijn weliswaar in India ontstaan, maar vallen niet onder de talrijke variëteiten van hindoeïstische doctrines en praktijken, hoofdzakelijk omdat deze beide tradities de Veda's verwierpen).
Het woord Hindoe en Hindoeïsme, hoewel zeer praktisch en handig voor geleerden, buitenstaanders en zelfs zijn volgelingen, zijn nergens te vinden in een van de oude Vedische geschriften geschreven in de Sanskriet taal, dus misschien zou een meer geschikte manier om te verwijzen naar de verschillende "Hindoe" tradities "Vedische" tradities kunnen zijn.

Het Hindoeïsme kent niet één geschrift, maar vele. Zij omvatten de Veda's en hun uitvloeisels die soms gezamenlijk "de Vedische geschriften" worden genoemd, geschreven in de Sanskriet taal. Er zijn twee hoofdindelingen:
- Shruti (dat wat gehoord is) is canoniek, bestaat uit openbaring en onbetwistbare waarheid, en wordt beschouwd als eeuwig. Het verwijst hoofdzakelijk naar de Veda's zelf.
- Smriti (dat wat men zich herinnert) is aanvullend en kan in de loop der tijd veranderen. Het is alleen gezaghebbend voor zover het overeenstemt met de basis van Shruti.
Er zijn verschillende meningen over de relatieve geldigheid en het belang van elk. Sommige Hindoes benadrukken het fundamenteel belang van Shruti, terwijl anderen zeggen dat Smriti vandaag de dag belangrijker is voor het toegankelijk maken van waarheden.

- De Rig Veda is de belangrijkste en de oudste en is onderverdeeld in 10 boeken met in totaal 1028 hymnen ter lofzang op verschillende godheden. Het bevat ook de beroemde Gayatri mantra en het gebed genaamd de Purusha Sukta (het verhaal van de Allerhoogste Heer).
- De Yajur Veda is een priesterlijk handboek voor gebruik bij de uitvoering van yajna’s (offers).
- De Sama Veda bestaat uit gezangen en melodieën die gezongen worden tijdens de eredienst en de uitvoering van yajna.
- De Atharva Veda bevat hymnen, mantra's en bezweringen, grotendeels buiten het bereik van yajna.
Binnen elk van deze 4 boeken zijn er 4 soorten van samenstelling of divisies:
- De Samhita's zijn letterlijk "verzamelingen", in dit geval van hymnen en mantra's.
- De Brahmana’s zijn proza-handleidingen van ritueel en gebed voor priesters. Zij leggen de Samhita's uit.
- De Aranyaka’s zijn letterlijk "bosboeken" voor kluizenaars en heiligen. Het zijn filosofische verhandelingen.
- De Upanishads zijn de boeken van de filosofie en worden ook wel "Vedanta" genoemd, het einde of de conclusie van de Veda's.

- De Itihasa’s omvatten "geschiedenissen" en grote epen zoals de Mahabharata (110.000 verzen) en de Ramayana, de meest populaire teksten voor Hindoes. De Mahabharata omvat de Bhagavad Gita (700 verzen), die een filosofische Smriti tekst is en het meest gelezen boek door Hindoes. (Het komt het dichtst in de buurt van wat de Bijbel is voor de christenen en de Koran voor de moslims).
- De Purana's omvatten 18 Maha (grote) Purana's en vele Upa (ondergeschikte) Purana's. De Bhagavata Purana is de meest populaire.
- De Dharma Sastra’s zijn "wetboeken" waaronder de beroemde Manu-smriti en de Vishnu-smriti.
- De Sutra's zijn boeken van beknopte waarheden of aforismen en omvatten de Shrauta-sutra's, Shulba-sutra's, Grihya-sutra's, Vedanta-sutra's, enz.

- Atman (ziel)
- Samsara (reïncarnatie)
- Karma (actie)
- Prakriti (materie)
- Gunas (kwaliteiten)
- Maya (illusie)
- Moksha (bevrijding)
- Bhagavan (God)


- aquatische organismen
- planten
- insecten en reptielen
- vogels
- dieren en
- mensen.
De universele wet van karma (actie en reactie) bepaalt het unieke lot van elke ziel. De zelfbepaling en de verantwoordelijkheid van de individuele ziel berust op haar vermogen tot vrije keuze. Dit wordt alleen uitgeoefend in de menselijke vorm. Terwijl in lagere soorten, de atman geen morele beslissingen neemt, maar in plaats daarvan gebonden is aan instinct. Daarom, hoewel alle soorten van leven onderhevig zijn aan de reacties van activiteiten uit het verleden, wordt dergelijk karma alleen gegenereerd wanneer men zich in de menselijke vorm bevindt. Het menselijk leven alleen is een leven van verantwoordelijkheid. De Bhagavad Gita categoriseert karma en noemt 3 soorten menselijke handelingen:
- Karma: die welke verheffen
- Vikarma: die welke degraderen en
- Akarma: die welke noch goede noch slechte reacties teweegbrengen en aldus tot bevrijding leiden.

- het wordt gecreëerd
- het blijft voor enige tijd en,
- het wordt onvermijdelijk vernietigd.


Maya of illusie betekent dat wat niet is. Onder invloed van de 3 guna's identificeert de atman of ziel zich ten onrechte met het lichaam. Hij aanvaardt gedachten als "Ik ben blank en ik ben een man", of "Dit is mijn huis, mijn land en mijn religie." Zo identificeert de verbijsterde ziel zich met het tijdelijke lichaam en alles wat daarmee verbonden is, zoals ras, geslacht, familie, natie, banksaldo en sektarische religie. Onder deze valse identiteit streeft de atman ernaar de materie te beheersen en ervan te genieten. Het is door het cultiveren van de kwaliteit van goedheid dat de ziel geleidelijk vooruitgang kan boeken in de richting van transcendentie en uiteindelijk volledig kan ontsnappen aan de invloed van een van de 3 guna's, inclusief goedheid, en bevrijding kan verkrijgen.

Moksha of bevrijding van Samsara, Maya en de invloed van de 3 guna's wordt door de meeste Hindoe-tradities beschouwd als het uiteindelijke doel van het leven. De belangrijkste meningsverschillen gaan over de precieze aard van Moksha. Hoewel vrijwel alle scholen dit beschouwen als een staat van eenheid met God, wordt de aard van deze eenheid betwist. De Advaita of monistische tradities zeggen dat moksha de vernietiging inhoudt van het valse gevoel van individualiteit van de ziel en de realisatie van haar volledige niet-verschillen van God. De Dvaita of dualistische tradities beweren dat God altijd gescheiden blijft van de individuele ziel of atman, zelfs nadat de ziel bevrijding van haar valse identiteit heeft bereikt; en vereniging met God verwijst naar een eenheid van doel waarin de individuele ziel zich overgeeft aan, dient tot en houdt van de Allerhoogste Brahman of God.


Het classificeren van de vele groepen binnen het Hindoeïsme is een uitdaging, meer dan bij andere religies. Door dit te doen, kunnen we onbewust het idee bevorderen dat het Hindoeïsme één enkele monolithische godsdienst is. Zoals eerder gezegd is het eerder een "familie van religies" waarbij elk familielid autonoom is maar wel onderscheidende familiekenmerken deelt. Het feit dat sommige Hindoeïstische tradities monotheïstisch zijn, andere monistisch en weer andere polytheïstisch, is een bewijs dat het Hindoeïsme sterk verschilt van andere wereldreligies. Als we proberen specifieke stromingen binnen het Hindoeïsme te onderscheiden, lopen we het gevaar te ver door te generaliseren, stereotypen te bevorderen en valse grenzen te trekken. Niettemin is het nuttig - zelfs noodzakelijk - om een enigszins voorlopig kader vast te stellen voor het categoriseren van de talrijke groepen en subgroepen.
De hoofdindeling van het Hindoeïsme is gebaseerd op de gerichtheid van de eredienst, die vier hoofdtradities oplevert:

1. Het Vaishnavisme
is de grootste traditie binnen de familie van religies die Hindoeïsme wordt genoemd. Het is de oudste monotheïstische traditie in de wereld. Haar volgelingen, vaishnava's genaamd, aanbidden God onder de namen/vormen van Vishnu ("degene die alles doordringt"), Krishna ("de alom aantrekkelijke"), Rama ("de bron van alle plezier") of andere minder bekende namen/vormen of Avatars. Er zijn vier hoofdtakken of sampradaya’s van het vaishnavisme en vele subtakken. De theologen/stichters van deze 4 hoofdtakken of sampradaya’s zijn: Ramanuja, Madhva, Nimbarka en Vishnuswami. De belangrijkste Vedische geschriften die door de Vaishnava's worden bestudeerd en gevolgd zijn: Mahabharata, Ramayana, Bhagavad-Gita, Bhagavat Purana en Vedanta Sutras. De belangrijkste pelgrimsoorden voor de Vaishnava's zijn: Mathura/Vrindavana, Ayodhya, Puri, Dvaraka, Tirupati, Gurvayor, Shri Rangan, enz.
2. Het Shaivisme is de op een na grootste traditie en heeft verschillende en belangrijke takken. Het wordt algemeen geassocieerd met ascese. Heer Shiva zelf wordt vaak afgebeeld als een yogi die in meditatie zit in de Himalaya’s. De belangrijkste Vedische geschriften die door de Shaivieten worden bestudeerd en gevolgd zijn: Svetashvatara Upanishad, Shiva Purana en de Agama’s. De belangrijkste pelgrimsoorden voor de Shaivieten zijn: Benares, Rameshvaram, Kedarnatha, Amarnatha, enz.
3. Shaktisme richt zich op de godin die algemeen "Devi" wordt genoemd. De Shakta traditie vereert specifiek Shiva's gemalin, in haar vele verschillende vormen zoals Parvati, Durga, Kali, enz. De belangrijkste Vedische geschriften die door de Shakta’s bestudeerd en gevolgd worden zijn: Devi Purana, Kalika Purana, Devi Bhagavata Purana en de Tantra’s. De belangrijkste pelgrimsoorden zijn: Bengalen, Calcutta (Kali Tempel), Kanyakumari, Madurai, Vaishno Devi, enz.
4. Er is een vierde mainstream Hindoe traditie genaamd Smarta. De volgelingen van deze traditie worden de Smarta's genoemd en zijn traditioneel en zeer strikt wat betreft regels en voorschriften en benadrukken de universaliteit van het Hindoeïsme door zich te distantiëren van de exclusieve vereerders van Vishnu, Shiva of Devi. De belangrijkste theoloog van deze traditie is Shankaracharya of Adi Shankara, van wie wordt gezegd dat hij het systeem van de verering van 5 godheden heeft ingevoerd. Hij was de stichter van de Advaita School van Vedanta die aan de basis ligt van de wijdverspreide opvatting dat alle godheden gelijk zijn. De belangrijkste geschriften voor de Smarta’s zijn: Vedanta Sutra, Upanishads en Shariraka Bhasya. En de belangrijkste pelgrimsoorden zijn: Badrinatha, Puri, Kanchipuram, enz.
Een ander criterium voor het classificeren van de volgelingen van het Hindoeïsme zijn de spirituele processen of paden die zij kiezen. Hoewel er binnen het Hindoeïsme vele verschillende praktijken bestaan, vallen de meeste onder 4 hoofdpaden of marga’s. Aangezien deze paden gericht zijn op vereniging (met God) worden zij ook wel "yoga’s" genoemd. Zij zijn:
- Karma Marg/Yoga of het pad van (juiste) actie
- Jnana Marg/Yoga of het pad der kennis
- Raja (Astanga) Marg/Yoga of het pad van meditatie
- Bhakti Marg/Yoga of het pad van devotie
De vier belangrijkste denominaties geven vaak de voorkeur aan een of meer van deze paden, bijvoorbeeld de Vaishnava's geven de voorkeur aan het pad van devotie, de Shaivieten aan het pad van kennis en meditatie, de Shakta's aan het pad van juiste actie en de Smarta's aan het pad van kennis.